De gemeente Son en Breugel kampt met een niet-sluitende begroting voor de komende jaren. Verenigingen, lokale organisaties, ketenpartners en ook de inwoners zullen hun steentje bij moeten dragen om de kosten die de gemeente maakt, niet verder in de rode cijfers te laten verzinken. Voor 2025 geldt in ieder geval ‘pappen en nathouden’.
Dat blijkt uit de kadernota. De kostenstijging in de jeugdzorg, WMO en het onderhoud van openbare ruimte en gebouwen drukt op de begroting van de gemeente. Dit zorgt ervoor dat er geen ruimte is voor nieuwe plannen. “Het tekort zou daardoor nog verder oplopen en wij vinden dat onverantwoord,” zegt wethouder Jan Boersma (CDA). “De prioriteit ligt in deze kadernota bij het in beeld brengen van ombuigingsmogelijkheden.” Het tekort wordt nu opgevangen met een greep uit het gemeentefonds.
De kosten voor jeugdzorg zijn sinds 2018 verdubbeld naar ongeveer 5 miljoen euro in 2023. Inmiddels klopt ongeveer 1 op de 7 gezinnen in Son en Breugel voor hulp aan bij de gemeente. Er wordt wel een afvlakking verwacht. “We volgen de realiteit, maar die uitgaven moeten echt stoppen,” zegt wethouder Steven Grevink (PvdA/GroenLinks). Hij gaat in gesprek met ketenpartners, waarbij de nadruk ligt op preventie van de zware jeugdzorg. De wethouder voorziet hier een belangrijke taak voor huisartsen, verenigingen en de samenleving voor onder meer vroegsignalering of gewoon in gesprek gaan om te kijken of eenvoudige hulp dicht bij huis mogelijk is.
WMO en openbare ruimte
De kosten in de WMO zijn volgens wethouder Grevink stabiel, maar hij ziet een stijging in de kosten. De vergrijzing in Son en Breugel zorgt voor meer behoefte aan zorg. De wethouder vraagt aan de ketenpartners in het CMD om beter te presteren met minder geld. Ook wil de gemeente in de toekomst meer zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid voor inwoners. De buren zullen dan iets vaker laagdrempelige hulp moeten verlenen aan hulpbehoevenden, dat geeft financieel veel lucht.
Ook voor het onderhoud van de openbare ruimte en gebouwen vraagt de gemeente meer van inwoners, want de gemeente kan niet alles alleen. Het onderhoudsniveau gaat terug naar de basis. De buurt kan een steentje bijdragen door gras te maaien, zwerfafval op te ruimen of de eigen stoep schoon te vegen. Gebouwen in gemeentelijk bezit hebben de afgelopen jaren groot onderhoud gehad, maar de apparatuur in de gebouwen vraagt hoge onderhoudskosten.
Verhogen OZB
Om het tekort van 100.000 euro voor dit jaar op te vangen, gaat de gemeente naast inzet voor de samenleving ook financiële ondersteuning vragen van de inwoners. In totaal wil de gemeente de OZB verhogen met 10% bovenop de een inflatiecorrectie, wat ongeveer 400.000 euro in het laatje moet brengen. Dat komt neer op gemiddeld ongeveer 45 euro per huishouden. “We kiezen voor een verhoging van de OZB omdat we niet willen bezuinigen op ons voorzieningenniveau,” licht wethouder Boersma toe. Ook verenigingen en organisaties kunnen een verlaging van subsidies verwachten.
Hoe de gemeenteraad de gevraagde ‘ombuigmogelijkheden’ voor zich ziet, wordt op 27 juni besproken. Boersma: “Wij willen graag met de gemeenteraad in gesprek over de voorgestelde uitgangspunten en de maatregelen die we samen moeten nemen voor een gezonde financiële toekomst van onze gemeente. De uitkomsten van de gesprekken werken wij verder uit in de komende begroting.”