Search
Close this search box.

Ook Breugel Bruist, centrumplan en ontwikkellocaties voor bouw on hold

De Omgevingsdienst Brabant-Noord maakt gehakt van de zienswijze van de Heilige Oda parochie om handhavend op te treden tegen de sloop van de Sint-Petrus' Bandenkerk.
Foto: Ons Son en Breugel

Niet alleen de ondergrondse containers staan in de ijskast, ook Breugel Bruist, het centrumplan  en ontwikkellocaties voor woningbouw worden pas weer besproken als er een nieuw college aan is getreden.

Gister maakte de gemeente bekend dat de de politiek de aankoop en gunning van de ondergrondse containers voor restafval stil werd gelegd zodat een nieuw college hier naar kon kijken. Bij navraag blijken ook de plannen voor Breugel Bruist, het centrumplan (exclusief de sloop van de Sint-Petrus’ Bandenkerk) en ontwikkellocaties voor woningbouw in de ijskast te zijn gezet tot er een nieuw college aan is getreden.

Het ‘controversieel’ verklaren van deze onderwerpen wordt verdere behandeling voor het demissionaire college stilgelegd. De verklaring werd geïnitieerd door Remco Heeren van Dorpsvisie. Als een meerderheid van de gemeenteraad hier mee in zou stemmen, zal een nieuw college zich moeten buigen over deze onderwerpen. Dat is de grootste partij met zes zetels gelukt. Op deze manier heeft het nieuwe college de gelegenheid om de onderwerpen bij te sturen of een andere richting in te slaan.

Het controversieel verklaren heeft een impact op de lopende onderwerpen. Zo was het aankopen van de ondergrondse containers al gegund aan WTS Kliko, maar gaat nu voorlopig niet door. De sloop van de Sint-Petrus’ Bandenkerk is hiermee ook niet tegengehouden: als er door de provincie alsnog groen licht wordt gegeven voor de sloop van het gebouw, dan kan de sloop nog doorgaan tot er een andere beslissing is genomen door het nieuwe college of gemeenteraad. Mogelijk heeft de beslissing om deze onderwerpen controversieel te verklaren ook financiële gevolgen.

De formatie van een nieuw college begint volgende week. Gesprekken hiervoor worden geleid door Gaby van den Biggelaar.