De gemeente wil dat voetbalclub SBC tien jaar kan beschikken over kwalitatief goede en duurzame kunstgrasvelden en kiest voor infill-arme kunstgrasvelden.
De gemeente had al 685.000 euro opzij gelegd voor het vervangen van de kunstgrasvelden van de Sonse voetbalclub. Na onderzoek van adviesbureau Newae en gesprekken met SBC viel het oog op het zogenaamde toplaag met infill bestaande uit HOLO-TPE. Met deze kennis werd de aanleg van nieuwe kunstgrasvelden ingepland voor de zomerperiode van 2018.
De velden zijn echter nog niet vervangen: de leverancier kwam met een nieuw type kunstgras op de proppen, het zogenaamd infill-arm kunstgras. De aandacht werd gewekt. SBC stelde enkele eisen aan het nieuwe type veld, waaronder een praktijktest. Deze werd op 10 juli uitgevoerd op nieuwe voetbalvelden in Meierijstad, met positief resultaat.
https://twitter.com/jaspervanzuuren/status/1031491297041960961
Infill-arm kunstgras
Het infill-arme kunstgras is met het oog op de discussie omtrent rubbergranulaat bezig met een opmars. Reguliere kunstgrasvelden hebben een infill van rubber, TPE, EPDM of kurk maar de nieuwe generatie heeft deze bestanddelen niet nodig. De mat wordt licht ingestrooid met zand om ervoor te zorgen dat deze stabiel blijft liggen en het speelcomfort wordt verbeterd. Het zand is bij verwijdering van de mat eenvoudig te verwijderen, waardoor de mat apart afgevoerd kan worden en ter beschikking gesteld wordt aan de leverancier. Hij kan deze dan hergebruiken voor andere doeleinden of recyclen, waardoor er minder afvalstoffen overblijven.
Het nieuwe product is nog niet op lange termijn getest. Voor zowel SBC als de gemeente is het essentieel dat de kwaliteit en de bespelingseigenschappen zo optimaal mogelijk blijft. De markt zal antwoord moeten geven op nog openstaande vragen hieromtrent. De gemeente stelt in ieder geval aan de commissie Burgerzaken voor om een extra krediet van 300.000 euro op te nemen uit de reserves voor de nieuwe velden, waardoor het totale budget op 985.000 euro komt te liggen. Het bijkomende specialistisch onderhoud (105.000 euro gedurende tien jaar) zal door de reguliere begroting bekostigd worden.
De commissie burgerzaken praat op 28 augustus 2018 over dit onderwerp.