Kunnen kinderen zich zonder tablet of iPhone vermaken? Dit old school avonturenverhaal (dat zich afspeelt in de jaren vijftig van de vorige eeuw) over een oud kasteel in Limburg laat aan kinderen van nu zien hoe spannend buitenspelen is. Geschikt voor kinderen vanaf tien jaar.

1952. Het Limburgse kasteel Astenrade heeft lang leeggestaan, maar nu komen er eindelijk nieuwe, adellijke bewoners. Toch zijn Sjra, Funs en Sjors, bekend als ‘de drie overals’, niet van plan om hun unieke speelterrein, het kasteelpark, zomaar vrij te geven. Intussen heeft Huub, manusje-van-alles die is achtergebleven na de dood van de vorige kasteelheer, een hekel aan het drietal, dat maar niet ophoudt hem te bespieden. Maar ook de zoon van de adellijke familie heeft al snel in de gaten dat Huub iets in zijn schild voert.

P.C. Sahgard

Een illustratrice die schrijft, of een schrijfster die illustreert? Hoe je P.C. Sahgard ook wilt noemen, zeker is dat ze met een potlood in de hand geboren is. “Mijn geboortehuis in het Limburgse Amstenrade werd gevuld met muziek, taal, kunst en toneel,” vertelt Sahgard. “Niet verwonderlijk dus dat ik na de middelbare school een jaar lang het ouderwetse tekenvakmanschap heb geleerd op de Academie voor Schone Kunsten in Maastricht. Daarna heb ik de lerarenopleiding gevolgd, met T ekenen als hoofdvak en Kinderboekillustraties als afstudeerrichting.”

Over Achter de kasteelmuur

“Dit boek is geïnspireerd door de vele verhalen van mijn ouders over hun kinderjaren. Met name mijn vader was een echt buitenkind en beleefde veel avonturen. Mijn moeder hield van muziek en tekenen en ging zingend door het leven. Mijn ouders leerden als kind om zich bezig te houden met de dingen die om hen heen voorhanden waren. Eigen fantasie te gebruiken in hun spelgedrag.”

“Tegenwoordig lijkt het soms alsof kinderen niet meer kunnen spelen als er geen gameboy of televisie aan te pas komt. De zelfredzaamheid op dat vlak lijkt af te nemen. Het leek me dan ook heel leuk om een boek te schrijven dat begin vijftiger jaren speelt. In zo’n dorp waar iedereen elkaar kende. Waar kinderen nog echt speelden en het leven zo heerlijk ongecompliceerd was. De verhalen van mijn ouders heb ik daarin meegenomen. Net als hun karakters. Mijn vader Funs, is ‘De Witte van de bakker’. Mijn moeder is ‘Martha’, de altijd zingende huishoudster van de adellijke familie op het kasteel. Soms aan de ene kant van de muur, dan weer aan de andere kant.”