De gemeente wil weer panden aan kunnen wijzen als gemeentelijk monument, omdat op basis van vrijwilligheid stilstand heeft veroorzaakt.
In 2016 ontstond een hoop onrust onder bewoners van panden die potentieel op de gemeentelijke monumentenlijst konden komen te staan. Staat je pand op de lijst, dan moeten eigenaren voldoen aan een hoop extra regels om het cultuurhistorische karakter van het pand te behouden. Daar tegenover staat een potje geld voor onderhoud aan het pand.
Toenmalig burgemeester Hans Gaillard stelde huiseigenaren toen gerust. Het college had “goed over de monumenten gesproken” naar aanleiding van bezwaren van huiseigenaren. Besloten werd om het proces te starten bij de gemeentelijke monumenten (die niet ter discussie stonden) bij de huiseigenaren die vrijwillig op de monumentenlijst wensten te staan.
Afwijken van beleidsuitgangspunt
De gemeente komt nu terug op de keuze om vrijwilligheid leidend te laten zijn. “Het college wenst uitvoering te geven aan de aanwijzing van nieuwe gemeentelijke monumenten op basis van de monumentenverordening 2011 en daarbij gebruik te maken van haar bevoegdheid gemotiveerd af te wijken van het beleidsuitgangspunt dat plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsvindt op basis van vrijwilligheid,” besloot het college op 20 juni.
De stap is nodig omdat het aanwijzingsproces voor een nieuwe gemeentelijk monument tot stilstand is gekomen en het volgens het college ongewenst is dat potentiële gemeentelijke monumenten geen bescherming hebben. De gemeenteraad krijgt een nieuw raadsvoorstel om het college in voorkomende gevallen de bevoegdheid te geven af te wijken van vrijwilligheid bij het aanwijzen van nieuwe gemeentelijke monumenten.
Son en Breugel kent momenteel elf gemeentelijke monumenten. Voorbeelden zijn Kerkstraat 3 tot en met 5, de kiosk en het gemeentehuis. Een complete lijst met monumenten kan gevonden worden op de website van de gemeente.



